Betreft | Focusgroep activiteit ‘Evalueren leervoortgang en -resultaten’ |
Methode | Bijeenkomst |
Periode | 21 november 2024 |
Voorzitter werkgroep | Marcel Dol |
Feedback namens scholen
|
7 |
Doelen
|
Verrijken en prioriteren van de belangrijkste inzichten uit de marktverkenning |
Vraagstelling
|
|
Alle scholen in de focusgroepsessie vinden dat vakoverstijgend inzicht in procesdata uit (digitaal) oefenmateriaal een waardevolle toevoeging is voor begeleiders. |
Aangegeven wordt dat het fijn is om niet alleen een goed/fout analyse te hebben, maar bijvoorbeeld ook de tijdsduur. |
Het brengt daarnaast ook vakoverstijgende vaardigheden in kaart, zoals tekstbegrip, dat van invloed is op meer vakken dan alleen de talen (bijvoorbeeld wiskunde A). |
Begeleiders krijgen inzicht in waar het minder goed gaat, en kunnen ook de effecten zien van een interventie. |
De scholen geven aan dat een begeleider vakinhoudelijke context (deels) kan compenseren door inzichten uit de groepscontext. Remediëring zal echter wel vaak vakinhoudelijk moeten plaatsvinden. |
Als kanttekening wordt ook gegeven dat de leerling hier vervolgens nog niet direct mee is geholpen en iedereen een eigen specialisme heeft. De waarde van een benchmark t.o.v. de klascontext wordt ook benoemd. |
Vrijwel alle scholen vinden dat overkoepelend inzicht van voortgangsgegevens uit verschillende bronnen een waardevolle toevoeging is voor leraren en leerlingen. |
Dit komt omdat het overkoepelende beeld inzicht kan geven in de achterliggende oorzaak van waarom een leerling het minder goed doet met iets. |
Vanuit een school wordt benoemd dat de prioriteit ligt bij het (gestandaardiseerde) leerdoel en niet de methode. Zeker als, zoals op sommige scholen het geval is, met meerdere methodes gewerkt wordt. |
Eén school is bezig met zelf al een dashboard te bouwen, maar loopt tegen problemen bij het ontsluiten van de data aan bij de leveranciers. |
De scholen geven aan dat vakoverstijgend inzicht in activatie en gebruik van leermiddelen een waardevolle toevoeging is voor kwaliteitsmedewerkers en leermiddelencoördinatoren. |
Hierbij wordt wel benoemd dat het meer informatie moet bevatten dan alleen de inlogtijd bijvoorbeeld. Oftewel: meer inzicht in daadwerkelijk gebruik. |
Ook wordt aangegeven dat het helpend is als de historie van een leerling van een vorige school (zoals welke leermiddelen zijn gebruikt) te bekijken is, zodat dit inzicht geeft in hoe iets is geleerd. |
De meningen lopen uiteen over welk onderwerp het meest belangrijk of urgent is om op te pakken door Edu-V, waardoor de onderwerpen op de rangschikking redelijk gelijk uitkomen. |
Activatie en gebruik van leermiddelen is het vaakst op de eerste plek gezet. Het dashboard voor begeleiders o.b.v. de groepscontext heeft niemand op de laatste plaats gezet. De gestandaardiseerde set van leerdoelen en werkvormen eindigt onderaan. In de sessie blijkt dat dit niet komt omdat dit niet belangrijk is, maar omdat het een hogere mate van (proces) volwassenheid vereist. De andere twee zijn makkelijker te realiseren (“laag hangend fruit“) en leerdoelen komt pas in beeld als dat al behaald is. |
Benoemd wordt dat het appels met peren vergelijken is als je (leerdoelen) niet standaardiseert. |
Uit de toelichting blijkt dat een (cluster 1) school al beschikt over een gestandaardiseerde set met leerdoelen en deze daarom op de laatste plek heeft gezet. Uitgezocht wordt of deze leerdoelen ergens centraal toegankelijk/gepubliceerd zijn. |
Binnen het middelbaar beroepsonderwijs is differentiëren belangrijk om in te kunnen spelen op individuele behoeftes van leerlingen, bijvoorbeeld versnellen of vertragen van het leerproces. Deze inzichten volgen mogelijk niet alleen uit kwalificerende kenmerken (zoals toetsresultaten), maar ook uit procesdata van het leerproces (zoals tijd besteed). |