Focusgroep verslag

Betreft
Focusgroep Flexibilisering in het onderwijs
Methode Schriftelijke raadpleging en interviews
Periode April 2024
Voorzitter werkgroep
Koen Voermans
Aanwezig namens scholen
9
Doelen
Sluiten werkgroep inspanningen aan bij ideeën en wensen van onderwijsprofessionals?
Vraagstelling 
Hoe flexibiliseren scholen het aanbod van het onderwijs?
 
Hoe flexibiliseren scholen de lesroosters?
 
Hoe flexibiliseren scholen de organisatie in stam- en lesgroepen?
 
Hoe flexibiliseren scholen de begeleiding door docenten?
 
Hoe geven scholen invulling aan persoonlijk onderwijs?

Inzichten | flexibiliseren aanbod onderwijs

De scholen herkennen zich in het geschetste beeld. Enkele aanvullingen zijn gedaan:

  • Onderwijslocaties kunnen benut worden door meerdere onderwijsaanbieders, denk ook aan voorscholen.
  • Leerlingen lijken maar op één basisschool tegelijk ingeschreven te kunnen staan. Voor reizende leerlingen is dit onhandig als zij onderwijs volgen bij twee basisscholen. Dit heeft ook consequenties voor het dashboard.
  • Afstandsonderwijs is onder de aandacht gebracht.
  • Naast het reguliere curriculum worden ook extracurriculaire activiteiten aangeboden in het primair onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan de rots- en watertraining voor sociale weerbaarheid. Deze training kan ook door een externe verzorgd worden.
  • Leerlingen kunnen tijdelijk op een andere school zitten en daar begeleiding krijgen, maar wel vallen onder de bevoegdheid van de eigen school. Voorbeelden zijn: nieuwkomersschool (jaar taalonderwijs op een andere school), day or week school, crisisopvang voor kinderen die geschorst zijn of een time-out hebben.
  • De overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs is een harde knip. De gegevens worden overgedragen middels het overdrachtsdossier.
  • Naast reguliere primair onderwijs en voortgezet onderwijs scholen zijn er ook 10-14 scholen. Officieel zijn deze 10-14 scholen nog in de experimenteerfase. Alleen VO-instellingen met een VO-licentie komen binnen deze experimenteerfase in aanmerking voor financiering.
  • Leerlingen kunnen onderwijs volgen op twee vestigingen. Ze hebben dan een ‘spookaccount’ op de een van de twee vestigingen.

Inzichten l flexibiliseren lesroosters

De situaties zijn reeds volledig beschreven.

Inzichten l flexibiliseren stam- en lesgroepen

In grote lijnen zijn de situaties volledig beschreven. Enkele aanvullingen zijn gedaan:

  • Leerlingen kunnen naast stam- en lesgroepen ook flexibele lesgroepen (flexuren met per uur wisselende samenstellingen) en groepen tijdens activiteiten (excursies ed.) hebben. Groepen kunnen ook gebruikt worden voor jaarlaagbrede activiteiten die leerlingen moeten doen, maar waar geen lessen voor zijn (bijv. profielwerkstuk).
  • Bij een school in het voortgezet onderwijs hebben ze veel verschillende groepen (groeperingen). Dat heeft vaak ook met de praktijk/profielvakken te maken. Dat zijn soms delen van stamgroepen, maar ook samengestelde groepen rondom keuzewerktijd of studiebegeleidingsgroepen. Verder wordt er vaak ook gebruik gemaakt van een coachgroep (is niet altijd de stamgroep), maar ook examengroepen (vaak zit is dat dan per vak (examenkeuze)). Locatie overstijgend wordt er redelijk verschillend gewerkt. Daarnaast komt er steeds meer aandacht voor individuele keuzes. Uitdaging genoeg hierbij. Bij het praktijkonderwijs speelt dit minder omdat dit vaak rondom (praktijk)ruimtes georganiseerd is.
  • Binnen het MBO speelt de groepering en of clustering vaak rondom AVO, de beroep specifieke onderdelen en keuzedelen (samenvoegen studenten kleinere opleidingen).
  • Voor lezen, rekenen en spelling wordt op een school in niveaugroepen vanaf groep 4 gewerkt, naast de stam- en lesgroepen.
  • In het primair onderwijs wordt naast de stamgroep ook groep doorbrekend gewerkt. Een voorbeeld is het circuitmodel waarin thematisch wordt gewerkt door alle leerlingen uit de school.
  • Reizende leerlingen kunnen voor een wisselende en korte periode worden samengevoegd in één groep voor een locatie. Leerlingen van alle leerjaren zitten dan in één groep.
  • In het onderwijs ook gebruik gemaakt wordt van clustergroepen. Voorbeeld: Een leerling zit in 20 lesgroepen. 5 lesgroepen zijn dan geclusterd in een clustergroep. Er zijn scholen die al hun leermateriaal dan aan het cluster willen hangen, of zelfs uitsluitend in de bovenbouw nog met clustergroepen werkt. Hierdoor loopt nu het verstrekken van leermateriaal handmatig. Uitdaging hierbij is dat er vaak geen relatie vanuit het LAS te maken is naar het cluster. De clusters worden dan handmatig gecreëerd in het ELO.

Inzichten l flexibiliseren begeleiding door docenten

De scholen herkennen zich in het beeld. Een aantal aanvullingen is gedaan:

  • Medewerkers kunnen binnen dezelfde organisatie op verschillende vestigingen werken. Denk ook aan een rol in primair onderwijs gecombineerd met een andere rol in het voortgezet onderwijs.
  • Medewerkers kunnen met verschillende rollen gekoppeld zijn aan dezelfde stam/lesgroep.
  • In sommige gevallen kan een onderwijsassistent hier ook een rol hebben, al is deze niet eindverantwoordelijk. Bij de leraar kan ook sprake zijn van een gastdocent.
  • Op het MBO wordt ook gewerkt met stage/bpv begeleiding, assessor/examinator en gast docenten.
  • Binnen het speciaal onderwijs wordt gewerkt met leerkrachten, leraarondersteuners, onderwijsassistent, pedagogische medewerkers en stagiaires. De leerkracht heeft de eindverantwoordelijkheid voor de stamgroep, maar ook van de niveaugroep waaraan de leerkracht lesgeeft. Overige collega’s zijn verantwoordelijk voor de (groepjes) leerlingen van de (niveau)groepen waaraan de leerkracht lesgeeft.
  • In het primair onderwijs wordt naast de stamgroep ook groep doorbrekend gewerkt. Een voorbeeld is het circuitmodel waarin thematisch wordt gewerkt door alle leerlingen uit de school. Een leerkracht verzorgt in een circuitmodel dan een select aantal vakken, bijv. handvaardigheid voor alle .
  • Groepen en leerlingen kunnen ook begeleid worden door externen en invalkrachten.
  • Leerlingen kunnen individueel of in groepjes begeleid worden voor extra begeleiding, denk aan dyslexie en dyscalculie.
  • Bij reizende leerlingen wisselt de leerkracht per locatie, bijv. wekelijks.

Inzichten l flexibiliseren invulling aan persoonlijk onderwijs

In grote lijnen zijn de situaties volledig beschreven. Een aantal opmerkingen is gemaakt:

  • Leerlingen kunnen ook extra vakken volgen.
  • Leerlingen kunnen een extra-curriculair programma (deels) extern volgen.
  • Leerlingen kunnen gedurende een schooljaar overgaan naar een ander studiejaar (naar boven of naar beneden) of een ander niveau (opstromen of afstromen).
  • Reizende leerlingen kunnen gebruikmaken van leer- en onderwijsmiddelen van twee scholen in het primair onderwijs.