De digitalisering van het onderwijs is in volle gang en dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee op het gebied van veilige toegang tot digitale leermiddelen. Twee grote groeifondsprogramma’s, Edu-V en Npuls, werken samen om te zorgen voor een veilige, toekomstbestendige, en flexibele digitale infrastructuur voor het onderwijs. In dit artikel bespreken programmamanagers Lieke Rensink (Npuls) en Hedy van der Ende (Edu-V) hoe de twee programma’s samenwerken.
Hedy: “We zitten in een leuke en spannende fase bij Edu-V. We starten nu daadwerkelijk met de implementatie van de eerste standaarden met 60 leveranciers. Deze eerste set van afspraken zijn opgesteld in onze werkgroepen. En dat is echt een mijlpaal, want daarmee gaan we een nieuwe fase in: Edu-V wordt nu tastbaarder, concreter. Scholen gaan nu echt in de praktijk merken wat Edu-V brengt.”
Lieke: “Rode draad: binnen de transformatiehub Digitale Leermaterialen zetten we ons in om digitale leermaterialen toegankelijk te maken voor iedereen. De transformatie vindt plaats binnen de onderwijsinstellingen. Wij bieden voorzieningen en ondersteuning zodat die gewenste verandering rond digitale leermaterialen soepel kan verlopen. Zo geven we docenten en lerenden toegang tot een divers en actueel aanbod digitale leermaterialen. Dit doen we door een nationaal digitaal ecosysteem te ontwikkelen voor delen en hergebruiken van digitale leermaterialen in het mbo, hbo en wo. Belangrijk onderdeel is dat we organiseren dat de onderwijssector regie over het maken, delen, hergebruiken én inkopen van digitale leermaterialen kan nemen. We faciliteren gesprekken rond auteursrecht, data, metadata en ict-standaarden en de inkoop en co-creatie van leermaterialen. Deze gesprekken kunnen vervolgens leiden tot standaarden, waar we dan afspraken over moeten maken. Zo werken wij straks ook toe naar een publiek-privaat afsprakenstelsel.”
Hedy: “Digitale onderwijs- en leermiddelen met het Edu-V keurmerk geven scholen de zekerheid dat de gegevensuitwisseling van deze middelen voldoet aan een aantal belangrijke eisen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging. Bovendien maken digitale middelen met een Edu-V keurmerk gebruik van dezelfde standaarden voor gegevensuitwisseling. Dit vermindert de technische complexiteit en tijdsinvestering die normaal gevraagd wordt voor het koppelen van verschillende systemen. Voor leveranciers wordt het zo gemakkelijker om aan te sluiten op systemen van scholen en van andere leveranciers. Dat vereenvoudigt de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve diensten.”
Lieke: “Een afsprakenstelsel klinkt abstract. Maar als je het tastbaar maakt in een keurmerk, is het voor onderwijsinstellingen ineens een stuk duidelijker hoe ze dit kunnen gebruiken. Npuls heeft er belang bij te leren van de ervaring in Edu-V: kan een keurmerk ertoe bijdragen dat docenten, lerenden, contentleveranciers, onderwijsinstellingen in één opslag een garantie krijgen dat een digitaal leermateriaal voldoet aan een set standaarden? Een keurmerk moet eenduidig zijn, bij voorkeur omvat een keurmerk het werk van beide programma’s. Voor zowel publiek als private leveranciers is het duidelijk waar ze aan moeten voldoen om een keurmerk te ontvangen en voor gebruikers is het duidelijk wat ze aan het keurmerk hebben.”
Lieke: “Npuls’ missie is dat alle mbo-scholen, hogescholen en universiteiten samen bouwen aan onderwijs van wereldklasse. Samen leren en werken we aan innovatieve, gezamenlijke oplossingen. Hierbij zetten we digitalisering als middel in en stellen we publieke waarden voorop. De drie hoofddoelen zijn: Verbeteren kwaliteit van onderwijs, vergroten wendbaarheid van onderwijs, verbeteren digitale vaardigheden van docenten en studenten. Vanuit de transformatiehub Digitale leermaterialen zien we dat laagdrempelige toegang tot digitale leermaterialen zorgt voor toegankelijk onderwijs voor docenten en lerenden. Het bevordert kennis- en kansengelijkheid en stimuleert de kwaliteit en innovatie van het onderwijs. Alle digitale leermaterialen FAIR* en zo open mogelijk maken is het doel, ofwel: zelf ontwikkelde én ingekochte leermaterialen zijn vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar. Om dit te realiseren betrekken we alle belanghebbenden van leermaterialen.”
* Findability, Accessibility, Interoperability, Reusability (FAIR)
Hedy: “Beide programma’s streven naar een open digitale infrastructuur voor het Nederlandse onderwijs die veilig en betrouwbaar is. Beide richten zich op het maken van afspraken die recht doen aan zowel het complexe veld en aan alle spelers. Het is hiervoor van belang dat we beide programma’s goed op elkaar afstemmen en met elkaar samenwerken.”
Hedy: “De scope van Edu-V is het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en het mbo. Deze laatste doelgroep zien we in beide programma’s terug. Hier zoeken we de samenwerking en de aansluiting op. We voeren steeds met elkaar het gesprek over (gezamenlijke) standaarden en hoe we interoperabiliteit kunnen borgen. Het verschil met Npuls is dat wij ons puur richten op gegevensuitwisseling van leermiddelen. Npuls heeft een bredere scope en richt zich daarnaast op vervolgonderwijs: mbo, hbo en wo. Mbo is de overlappende doelgroep. Maar idealiter sluiten alle sectoren op elkaar aan!”
Hedy: “Digitale onderwijs- en leermiddelen krijgen een steeds grotere rol in het onderwijs. Dit biedt allerlei kansen om het onderwijs nog beter te ondersteunen en meer maatwerk te leveren. Tegelijkertijd moeten we goed kijken onder welke voorwaarden we een verdere digitalisering laten plaatsvinden. Zo onderzoeken we bijvoorbeeld vanuit Edu-V of speciale (juridische/technische) afspraken voor het gebruik van AI nodig zijn met betrekking tot gegevensuitwisseling.”
Hedy: “Er is regelmatig overleg tussen Edu-V en Npuls. In deze overleggen bespreken we welke concrete stappen we kunnen zetten in de samenwerking. Zo praten alle betrokken architecten/inhoudelijk adviseurs van beide programma’s met elkaar om inzicht aan elkaar te geven in wat er binnen Npuls en Edu-V speelt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de inhoud van standaarden en hoe we daarin de synergie met elkaar kunnen vinden.”
Lieke: “Belangrijk is dat we ervoor zorgen dat we op elkaar aansluiten waar nodig, geen dubbele dingen doen en elkaar aanvullen. Waar in het po en vo mee gestart wordt, loopt zonder barrières door in het vervolgonderwijs. Laten we het met elkaar zo makkelijk en overzichtelijk mogelijk maken.
Als we dit niet doen, dan maken we een complex systeem met elkaar, waar niemand op zit te wachten. We zijn met elkaar aan het verkennen waar samenwerking noodzakelijk is, dat doen we op dit moment aan de hand van de onderliggende architectuur. Vanuit daar maken we het concreet. Stap één is gezet.”
Hedy: “Hoe mooi is het om te mogen werken aan het neerzetten en inrichten van een organisatie die zich bezighoudt met hele belangrijke verbeteringen en innovaties in het onderwijs. We werken binnen Edu-V met een fantastisch team en hebben een enorm betrokken groep publieke en private partners die dit samen met ons oppakken. De betrokkenheid van het veld om met elkaar deze belangrijke en duurzame stappen te zetten voor het onderwijs werkt voor mij ontzettend inspirerend.”
Lieke: “Ik vind het heel belangrijk dat studenten meer kennis- en kansengelijkheid hebben, en docenten hun didactische en pedagogische rol kunnen aansluiten op nieuwe spelers in het leerproces. En ik ben ervan overtuigd dat ons werk om leermaterialen toegankelijker te maken daarbij helpt. Want dan hebben zowel lerenden als docenten de keuze om die leermaterialen te kiezen die bij hen past. Ik vind het mooi om hier een bijdrage aan te leveren en om met elkaar te werken aan veilig, flexibel en toekomstbestendig onderwijs.”
Nieuwsbrief
Geen belangrijk nieuws missen? Abonneer je dan nu op de nieuwsbrief van Edu-V!
Meld je aan